Voor eiken dag
Mededeelingen.
Leestafel.
FEUILLETON.
Verzameld door C. B.
Zeven gedachten van Jean Paul.
1. De mensch is nimmer schooner, dan wanneer hij om
vergeving bidt, of zelf vergeving schenkt.
2. Ernstige arbeid verzoent altijd, eindelijk, zelfs met het
leven.
3. Die overal de morgen- en zonzijde zoekt, vindt
gemakkelijk overal warmte en licht.
4. De vriendschap kent geenen stand of rang. evenals
de ziel geen geslacht kent.
5. De vreesachtige schrikt vóór, de lafaard in en de
stoutmoedige na het gevaar.
6. Ons leven is een camera obscura, waarin de voorwerpen
des anderen levens met des te helderder licht vallen,
naar mate zij meer verduisterd is.
7. De herinnering is het eenige paradijs, uit hetwelk wij
niet kunnen verdreven worden. Zelfs onze eerste ouders
waren daar niet uit te jagen.
Zandvoort.
Donderdag 6 Sept. zal, des middags om 12 uur de
huwelijksinzegening plaats hebben van den Heer S. de Clercq
met Jkvr. A. D.- L. van Lennep.
Met dankbaarheid worden hier de volgende giften vermeld
Van Mej. C. A. v. W. C. te Bloemendaal voor de Diakonie
f 100.—.
Van „eene badgaste die genoten heeft van haar verblijf
in Zandvoort en weer vol moed tot haar dagelijksche
bezigheden terugkeert", naar aanleiding van de preek over
Hand. 20 35, f 10.voor de wijkverpleging.
Van N. N. voor het Diakoniehuis f25.— met den wensch
„Moge dit antwoord op uw vraag van Zondag 1.1. door vele
gevolgd worden
Van X. voor de diakonie f 20.— „Bij het verlaten van
deze gemeente, waar ik de maand Augustus doorbracht,
uit dank voor het genoten woord".
Van N. N. f 1.voor de Armen en van Mevr. B. te
Amsterdam f 20.— voor de Naaischoolvoor hetzelfde doel
van den Heer H. f 10.En dan nog f5.van Mevr. B.
uit den Haag.
Samenkomst met onderwijzeressen en onderwijzers van
de Zondagsschool, met het oog op het begin van den nieuwen
cursus: Maandag 3 Sept. 'savonds 8 uur in de consistoriekamer.
Woensdag 5 Sept. worden de repetities van „Immanuël"
hervat. Talrijke opkomst gewenscht.
Denkt om de extra-collecte, a.s. Zondag
Wegens plaatsgebrek moet de Vragenbus en de Zending
nóg eene week wachten.
Burgerlijke Stand van Zandvoort.
24-31 Aug. 1917.
GeborenGezina Maria, dochter van H. van der Schin
kel en M. M. Lefferts.
OverledenW. H. van Vliet, 27 jaar.
Het Evangelie in Spanje, Juli 1917.
Uit een in deze interessante aflevering opgenomen brief
van José Crespo, predikant te Utrera blijkt dat de gods
dienstkwestie in Spanje weer aan de orde is gekomen. De
minister diende een wetsontwerp in waarbij bedehuizen
van niet-roomsche kerkgenootschappen van belasting wer
den vrijgesteld. In de kamer werd hierover druk gediscu-
sieerd en de bisschoppen protesteerden er tegen bij de
regeering, terwijl de Evangelische Alliantie den Minister
gelukwenschte en dankte, hierin door vele protestantsche
gemeenten gevolgd.
Van Protestantsche zijde is deze gelegenheid aangegrepen
om het volk zooveel mogelijk in te lichten. Daartoe wer
den volkssamenkomsten georganiseerd, waarin ook Augustin
Arenales, gewezen pastoor en nu predikant, sprak. Tijdens zijn
twaafjarig priesterschap had hij de evangelischen zooveel
Door zijn genot- en gemakzucht
Zondagsrust onthouden wordt.
is het publiek er de oorzaak van dat aan duizenden werklieden de
GUY DE BRES.
li
De titel der geloofsbelijdenis was de volgende
Belijdenisse des geloofs ghemaeekt met een
ghemeen aeeoort door de gheloovigen die
in de Nederlanden verkeeren en die na die suy ver
heit des heiligen Evangeliums onses Heeren
Jesu Christi begeeren te leven". Zij werd met
een begeleidenden brief aan koning Filips II
toegezonden, waarin o.a. geschreven stond:
„in uwe Nederlanden zijn meer dan hondert-
duysend mannen, houdende ende volgende de
Religie, van welcke wij U nu de Belijdenisse
overleveren". De brief eindigde aldus: „Daer-
om bidden wij U ootmoedigh in den naam van
Hem, die U heeft gestelt ende bewaert in Uw
Koninckrijck, dat gij niet en toelaet dat degenen
die door gierigheit, eerzucht ende andere kwade
gesintheden zich begeven hebben om Uw arm,
gezag ende magt te gebruycken om hunnen
lust te voldoen ende zich te versadigen met
het bloet uwer ondersaten, allen goeden ijver
in den godtsdienst ende de vreese Godts be
dekken met de woorden van oproer, afwijcking,
ergenis ende andere, met dewelcke zij U tegen
ons aanhitsen ende opsetten. Och, bedenck
toch, genadigste Heer, dat er nooit een tijt is
geweest, 'waarin de werelt het licht niet en
gezamelijke overeenkomst.
heeft gehaet ende tegen de heilige waarheit
niet en is opgestaen!"
Het was niet te denken, dat deze smeekbede
bij Filips II ingang zou vinden; waarschijnlijk
heeft hij noch de geloofsbelijdenis, noch den
begeleidenden brief ooit onder de oogen gehad;
hij zou zich immers al besmet gerekend hebben,
wanneer hij een geschrift van ketters had ge
lezen! De vervolgingen werden al heviger en
hevigerde bloedplakkaten eischten telkens
nieuwe slachtoffers en het werd steeds moei
lijker, vooral voor de predikanten, om zich
buiten de handen der inquisitie en dus
van den beul te houden. Ook Guy de Bres
moest gedurig vluchten en van woonplaats
verwisselen. Nu eens hield hij zich te Sedan
in Frankrijk op, waar hij voor den hertog van
Bouillon predikte, dan weder te Antwerpen, en
eindelijk vestigde hij zich als hervormd predi
kant te Valenciennes in Henegouwen. Hier was
hij met zijn ambtgenoot Peregrin de la Grange,
ijverig werkzaam en kon er in twee kerkge
bouwen het Evangelie verkondigen. In het
voorjaar van 1567, toen na den beeldenstorm
een hevige verontwaardiging, ja woede, zich
van den koning had meester gemaakt en tot
uiterst strenge maatregelen tegen de protestan
ten werd besloten, stuurde de landvoogdes
Margaretha Filips van Noircarmes, den gouver
neur van Henegouwen, met een aanzienlijke
krijgsmacht naar Valenciennes, waar de Her
vormden de meerderheid hadden. De stad werd
dapper verdedigd, maar nadat Noircarmes
kanonnen had doen aanvoeren en het bombar
dement een aanvang had genomen, was de
moed der inwoners verdwenen en werd de stad
overgegeven op deze voorwaarde, dat zij niet
zou worden geplunderd en dat de bewoners
lijfsbehoud zouden erlangen.
Beide beloften werden echter terstond door
den trouweloozen en wreeden Noircarmes ver
broken. Wel werd niet formeel tot plunderen
bevel gegeven, maar de soldaten werden bij
burgers ingekwartierd, en zij plunderden en
moordden toen naar hartelust, en door beuls-
handen werd ieder inwoner die de hervormde
leer was toegedaan en ieder die rijk was en
wiens bezittingen door verbeurdverklaring den
Staat konden verrijken, op het schavot omge
bracht Honderden vonden op die wijze den
dood en ook de beide predikanten Guy de
Bres en Peregrin de la Grange.
Michel Herlin, een rijk en geacht burger,
werd reeds den eersten dag na de overgave
der stad gevangen genomen. De beide predi
kanten hadden zich, in gezelschap van den
zoon van Herlin, op de vlucht begeven en door
de waterpoort de stad verlaten. Te St. Arnaud,
waar zij in een herberg hun maaltijd gebruik
ten, werden zij op aanwijzen van een boer,
die in hen vluchtelingen meende te zien, ge
vangen genomen en naar Noircarmes gevoerd.
De beide Herlins, vader en zoon, werden
onthoofd, en de predikanten met ketenen be
laden, in een kerker van het kasteel van Doornik
geworpen, van waar zij later naar Valenciennes
werden vervoerd.
M. F. v. L.
(Wordt vervolgd).