Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen
No. 22
ZONDAG 30 September 1917
6de Jaargang.
Predikbeurten.
Eenzaamheid.
DE ZONDAGSBODE
VOOR
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS:
Per Jaargang voor Zandvoort en
Bloemendaal f 1.50
elders (franco) 2.50
Afzonderlijke nummers0.05
R E D A. O T I E
G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort
Jhr. Dr. M. F. VAN LENNEP - Aerdenhout
J. A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal
Mej. C. B1ENFAIT - Aerdenhout
Adres voor de Administratie:
P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1—5 regelsf 0.55
Elke regel meer0.10
Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35
Elke regel meer0.06
Bij abonnement extra korting
Ned. Herv. Gem. Zondag 30 Sept. 1917.
Zandvoort: v.m. lOl/3 uur: Ds. P. VAN WIJK Jr.
Ev. Luth. Predt. te Amsterdam.
Bloemendaalv.m. 10 uur: Ds. J. A. VAN LEEUWEN.
Het hart kent zijne eigene bittere
droefheid; en een vreemde zal zich
met deszelfs blijdschap niet ver
mengen.
Spreuken 14 10.
Spreekt de Spreukendichter in dit woord, in zijn mooie,
beeldende taal, niet duidelijk de waarheid uit, dat aan
geen enkel mensch die werkelijk leeft, eenzaamheid on
bekend is Want het gaat in het eerste gedeelte van zijn
spreuk om wat hij noemt„zijn eigene". Hij wil niet zeggen,
dat „het hart bittere droefheid kent" wat trouwens als
„Spreuk" even weinig vermeldenswaard zou wezen,J als
de waarheid, dat het gedurig regent. Maar hij wil zeggen,
dat elk mensch „zijn eigene" bittere droefheid kentdroef
heid die alleen van hèm is, leed dat zijn hart eenzaam
doorleeft. Eenzaamheid dus, in droefheid.
In het tweede gedeelte van zijn spreuk, zegt hij hetzelfde
met betrekking tot blijdschap. Er is blijdschap, die niet
voor „vreemden" is. Zij kunnen er niet bij. Niemand kan
er bij dan wijzelf, die ze doorleven. „Een vreemde zal zich
met de blijdschap van ons hart niet vermengen". Of door
zichtiger, naar de Leidsche Vertaling, maar naar den trant
dier geheele vertaling meer ordinair, platter„en in zijne
vreugde kan een ander zich niet mengen". Blijdschap dus
die alleen van ons is die wij eenzaam doorleven. Een
zaamheid dus. in blijdschap.
Er zijn diepten, die wij eenzaam dóór gaan. Er zijn
hoogten, die wij eenzaam beklimmen. Wat wij in die diepten
doormaken van „bittere droefheid", hoe wij geëgd en ge
ploegd worden, hoe zwarte schaduwen ons omlegeren
wij kunnen het misschien zeggen aan anderen, er over
spreken met een vertrouwd hart. Maar doorleven doen wij
het eenzaam, t ls onze „eigene" bittere droefheid.
Is het anders met „onze" blijdschap Wat wij schouwen
op den hoogen top, wat ons getoond wordt van het land
der zonnigste heerlijkheid, wat muziek in ons wordt, om
woordelooze zaligheid wij kunnen het zeggen aan anderen,
er over spreken met een vertrouwd hart. Maar „een vreemde
kan zich met ónze blijdschap niet vermengen". Doorleven
doen wij het eenzaam, 't Is onze „eigen" zalige blijdschap.
Zoo is er eenzaamheid, zoowel waar het gaat om ver
schrikkingen als waar het gaat om zaligheden. Zij is er in
„bittere droefheid", en in 's harten „blijdschap". Het diepste
en het hoogste doorleeft ons hart alleen; 't is „het eigene
eenzaam.
Wat is dat voor eenzaamheid Drummond heeft er aan
herinnerd, dat er twee soorten van eenzaamheid zijn. Er is
n.l. eene eenzaamheid der ruimte en eene eenzaamheid des
geestes. „De visscher in zijn boot op de wijde zee kent de
eenzaamheid der ruimte. Maar dat is geen ware eenzaam
heid. Want zijne gedachten hebben de boot bevolkt met
de gestalten van hen, die hij liefheeft. Maar Petrus een
zaamheid b v na zijn verloochening van den Heer, was
eenzaamheid des geestes Een afstand grooter dan die van
de wijde zee sneed den verloochenaar af van alle gemeen
schap met menschen, en deed hem in eenzaamheid treuren".
De eenzaamheid, die de Spreukendichter bedoelt, is niet
die der ruimte, maar eenzaamheid des geestes. Wanneer
zij komt, óf in de diepten des levens, óf op de hoogte
zou het dan niet Gods ure zijn Wanneer Hij tot een
mensch wil spreken, zoekt Hij hem in de eenzaamheid.
Wanneer Hij ons iets zeggen wil, wil Hij dat wij alleen
zijn. Want als Hij tot ons spreken wil, stoort elke andere
stem, die de stilte zou komen verbreken. Wee, wie alleen
maar klaagt over de eenzaamheid. En haar niet aandurft.
En haar niet dóór durft. En de stem van den angst laat
uitschreeuwen boven de stem van God, die in de uren der
„eigene" bittere droefheid en der „eigen" blijdschap Zijn
ure, Zijn „eigen" ure vindt. „Niemand, zegt een gezalfd
denker, is dieper te beklagen, dan degenen, wier godsdienst
en aanbidding alleen in 't openbaar geschiedt; en hij die
niet weet wat het is alleen te zijn met God, is vreemd aan
de meest goddelijke ervaring, die eens Christens hart komt
heiligen."
Komt heiligen. Ja, geheiligd worden wij alleen bij het
doorleven van wat „van ons" is. En dat „eigene", dat wat
anderen óók kennen, óók weten, óók doorleefden, maar als
wijzelf het doormaken, toch ons eenzaam maakt in „eigen
bittere droefheid", of „eigen blijdschap" dat is de weg
waarlangs God komt om ons te heiligen. Dat is de poort,
die Hij eng maakt, maar opent opdat wij er doorhenen
gaan en Hem ontmoeten, die den eenzame heiligt.
Het „eigene" is dan niet weg uit de „bittere droefheid."
Evenmin als de droefheid zelve verdwijnt door de ontmoe-
W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145.
Depót van de STOOMVERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHERIJ
J. LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem Telef. 1561 en 771
Stoomt en verft allo soorten Dames- en Heeren-Garderohe vlag on onberispelijk
Speciale inrichting voor het stoomee van Dekens, Bedden en Matrassen.