Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen No. 33 ZONDAQ 16 December 1917 6de Jaargang. Predikbeurten. Tweeërlei bewaring. ABONNEMENTSPRIJS: Per Jaargang voor Zandvoort en Bloemendaal f 1.50 elders (franco) 2.50 Afzonderlijke nummers0.05 Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Ned. Herv. Gem. Zondag 16 Dec. 1917. Zandvoort: v.m. IO'/4 uur: Prof. Dr. A. J. TH. JONKER. 's av. 6 l2 uur: Mej. Dr. C. GERL1NGS. Bloemendaal: v.m. 10 uur: Ds. BERGMAN, Predt. te Rotterdam, 'sav. 6V3 uur: Ds. J. A. VAN LEEUWEN. tot een onverderfelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof 1 Petrus 1 4, 5. Petrus spreekt hier in de bovenaangehaalde tekstverzen van ons wonderschoone hoofdstuk van den geloovige en de erfenis, die voor elkander bewaard worden. De erfenis is in de hemelen en wordt bewaard voor den geloovige de geloovige is op aarde en wordt bewaard voor de erfenis in den hemel. Het eeuwige leven, de hemel wordt ons hier als een erfenis beschreven, evenals op meer plaatsen in het N. Testament, en daar de mensch zich onmogelijk de heer lijkheid des hemels en de toestanden aldaar kan voorstellen, worden deze ons gewoonlijk in beelden en liefst met negatieve trekken geteekend. Zoo lezen wij in de Openbaring „aldaar zal geen nacht zijn, en zij zullen geen kaars noch licht der zon van noode hebben en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn." Zoo ook hier, waar de erfenis onverderfelijk en onbevlek- kelijk en onverwelkelijk wordt genoemd. „Onverderfelijk", want de ware erfenis is God zelf, de bron des levens, in tegenstelling tot dit aardsche leven dat met de verderfenis in het graf eindigt„onbevlekkelijk", in tegenstelling aan deze wereld van zonde, waar zelfs de heiligste dingen niet tegen besmetting gevrijwaard zijn „onverwelkelijk" eindelijk, in tegenstelling aan de bloemen, waarmede dit aardsche leven getooid is, die in één dag haar schoonheid, haar frischheid, haar geur verliezen. Het leven des hemels is met andere woorden een eeuwig leven, een volkomen heiligheid en een voortdurende jeugd. Het is de voort zetting, maar dan in volmaakten toestand, van het leven hier op aarde, mits dit in God, die het leven is, gegrond is. „Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den eenigen waarachtigen God en Jezus Christus dien Gij gezonden hebt." (Joh. 17:3). De hemel is een erfenis dat is, hij wordt ons gegeven hij kan niet gekocht of door eigen verdienste verworven PRIJS DER ADVERTENTIËN 1—5 regelsf 0.55 Elke regel meer0.10" Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35 Elke regel meer0.06 Bij abonnement extra korting worden een erfenis, dat is, wij hebben er als kinderen Gods een heilig en heerlijk recht op een erfenis, dat is, hij wacht ons. En nu zegt de apostel hier, dat die erfenis voor ons bewaard wordt. Voorwaar, dan is zij absoluut veilig en zeker bewaard, want haar bewaarder is God zelf, en de Heiland heeft bij zijn afscheid het heerlijke troostwoord gesproken „In het huis mijns Vaders zijn vele woningen ik ga heen om u plaats te bereiden." Heerlijke gedachte wij kunnen ons zeiven niet zalig maken God is het, die het doetwij behoeven die erfenis ook niet te bewaren ach, ware dat zoo, hoe spoedig ware zij ons ontgliptGod is het, die ook dat doet. Voor den christen is alles in Gods hand, het aardsche leven en het hemelleven. Die erfenis is in de hemelen. Is dat niet de bevesti ging van het diepe en heerlijke wij zijn van Gods geslacht De aardsche mensch, die zijn erfenis in den hemel heeft hier op aarde is hij een vreemdeling, een pelgrim, een bijwoner, daar een inwoner der eeuwige stad hier op reis, zwervende, met heimwee in het hart, daar voor eeuwig thuis. De mensch is van den hemel afgedwaald de Heer uit den hemel daalt neder om ons van dien verloren hemel te spreken, een stuk van dien hemel op aarde te brengen en een nog veel heerlijker erfenis ons te beloven en voor ons te bewaren. Die erfenis is dus voor het kind Gods, voor den geloovige. Maar als de geloovige daaraan denkt, dan denkt hij tegelijk aan zijn armoede, zijn ellende, zijn zwakheid, zijn tekort komingen, zijn zonden, en hij zucht: „ach, gij heilige stad. hoe zal ik ooit uw poorten kunnen binnentreden? zijt gij niet veel te heilig voor mij „Aldaar zal niet inkomen iets dat ontreinigt of gruwelijkheid doet of leugen spreekt." En wee mij, want ik ben nog zoo vaak onrein van lippen en van harten heb ik niet vaak gruwelen, dat zijn afgoden inplaats van den levenden God liefgehad en gediend en was er niet vaak een leugen in mijn hart en op mijn tong, als ik den Heer beleed met de lippen en verloochende in mijn hart?" Dat alles is waar, maar daar komt de heerlijke troost „De geloovige wordt bewaard in de kracht Gods." Er was eens een christen, die geen ander grafschrift verlangde onder zijn naam, dan dat ééne woordbewaard. En waar de geloovige met diepe smart, zichzelven telkens weer tegenvallende, zijn zonden betreurt en belijdt en be strijdt, daar weet hij, dat zij uitgewischt en verzoend zijn en dat zijn naam tóch in het boek des levens des Lams W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145. Depót van de ST00MVERVER1J en CHEMISCHE WASSCHERIJ J. LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem Telef. 1561 en 771 Stoomt on verft allo soorten Dames- en Heeren-Garderobe ving en onberispelijk aw Speciale inrichting voor bet stoomen van Dekens, Bedden en Matrassen. DE ZONDAGSBODE VOOR VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG RED AO T I E G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort Jhr. Dr. M. F. VAN LENNEP - Aerdenhout J. A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal Mej Dr. C. GERLINGS - Zandvoort Adres voor de Administratie: P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1917 | | pagina 1