Haarlemsche Bankvereeniging
Vragenbus.
ADVERTENTIE.
Volgestort Kapitaal f3.050,000.-.
Reserve f712,500.—
gedurende 55 jaren was hij in dienst geweest van den keurvorst.
Schiitz heeft zijn ambt niet altijd even rustig kunnen vervullen. In
1628 ging hij voor de tweede maal naar Italië, om zich op de hoogte
te stellen van de vorderingen die men maakte met den „monodischen"
stijl, welks wezen bestond in een krachtig gedeclameerde, psalmodi-
eerende melodie met zelfstandige begeleiding van een strijkinstru
ment. Men begon minder waardeering te krijgen voor muziek, die de
woorden niet tot hun recht liet komen, die ze nu eens rekte, dan
weer verkortte, om ze bij het kontrapunt te doen aanpassen. Men
huldigde de opvatting van Plato en andere filosofen, dat er in de
muziek drie dingen waren ten eerste het woord, dan de maat en ten
laatste de toon en niet omgekeerd.
Onder den invloed dezer beweging, wier woordvoerders voorna
melijk in Florence woonden, liet Schiitz een dichtwerk van Renuc-
cini, Dafne, in het Duitsch vertalen en componeerde muziek er bij.
In deze gestalte werd het werk in het jaar 1627 in het slot van den
keurvorst te Torgau uitgevoerd. Hierdoor is Schiitz waarschijnlijk de
meester, die de eerste opera in Duitschland componeerde en uitvoerde.
Toen Schiitz van zijne tweede ltaliaansche reis terugkeerde, werd
zijn vaderland Saksen geteisterd door den dertigjarigen oorlog. Hij
kreeg toen een langdurig verlof, waarna hij op reis ging naar Kopen
hagen en vervolgens naar Lüneburg in Brunswijk. In 1645 werd hem
daar de wederoprichting van de Wolfenbüttel'sche kapel opgedragen.
Hiermede maakte hij zich zoo verdienstelijk, dat men hem den titel
van „kapelmeester van huis uit" verleende. Daarna werd hem de
vorming van de keursaksische kapel opgedragen, die hij inrichtte
naar Venetiaansch model met vast aangestelde koristen en instru
mentalisten. Als opperkapelmeester werd Schiitz bijgestaan door twee
kapelmeesters, een onderkapelmeester en een organist Toen hij oud
werd, verzocht hij herhaaldelijk, gepensionneerd te worden tevergeefs
echter. Zoo bleef hij op zijn post. tot op den dag van zijn dood, die
gevolgd werd door een plechtigen lijkdienst, waaraan menschen uit
alle standen te Dresden deelnamen. Nimmer is te Dresden een toon
kunstenaar met zooveel praal ter aarde besteld.
Schiitz is een vruchtbaar genie geweest. Zijne gezamenlijke werken
zijn uitgegeven in zestien banden, onder redactie van Ph. Spitta. Hij
heeft verscheidene motetten, psalmen en koorstukken getoondicht.
Zijn voornaamste werk is de door hem in 1666 voltooide: „Vier
Passionen naar den vier Evangelisten". Met zijne „Matthaus-Passion"
hopen wij nu op 17 Maart te Zandvoort kennis te maken. Moge de
uitvoering ervan velen ten zegen zijn Moge de Zandvoortsche Gemeente
hierdoor nader worden gebracht tot den „Man van Smarten", die van
deze Passie het middelpunt is. Dat zou een heerlijke uitkomst zijn.
Zandvoort, Februari 1918. H. MEIJER.
Vraag. Hoe staat u tegenover de Bijbelsche verhalen
o.a. genoemd in 2 Kon. 6. Hier heeft Elisa zijn vijanden
bedrogen door een soort van krijgslist. Hier is eigenlijk
geen nood, want de Engelenmacht was bescherming genoeg.
Toch stelt God hem in de gelegenheid zijn list of leugen
te doen gelukken.
En dan het geval met de Egyptische vrouwen en met
Rachab.
Is 't niet alsof God hun daden zegent? Niet om hun
leugen, maar om hun barmhartigheid, en om hun handelen
in 't geloof?
Er wordt wel niet goedkeurend over hun daden gespro
ken, maar men leest toch ook niets wat hun doen afkeurt.
Wat denkt gij, zou het niet kunnen voorkomen, dat wij
in bepaalde omstandigheden verkeerende, ons genoodzaakt
zien van een noodleugen gebruik te maken en dat God
ons Zijn goedkeuring in 't harte geeft (Gesproken van
een noodleugen in den besten zin des woords),
Ik voel dat het een heel persoonlijke zaak is en moeilijk
om voor een ander te antwoorden. Maar er is bij mij
een wikken en wegen ontstaan, misschien dat uw woorden
het doorslaan der schalen kan bewerken.
Bij voorbaat mijn oprechten dank.
Antwoord. Wat de Bijbelsche, in dit geval de Oud-
Testamentische verhalen betreft, waarin een of ander voor
komt dat, naar ónzen maatstaf gemeten, afkeuring verdient,
terwijl de schrijver daarvan 't veeleer voorstelt als iets dat
juist goed valt te keuren en vóór-beeldig is, merk ik op dat
dit oordeel óns niet moet weerhouden om ons gevoelen
tegenover het zijne te handhaven.
Als we dien schrijver nu maar niet hard vallen om zijne
zienswijzeBillijkheid eischt dat we de menschen plaatsen
in de lijst van hun tijd en niet doen alsof ze ónze tijd-
genooten zijn. We moeten niet alleen vragen wat er gezegd
wordt, maar ookwie het zegt en waar hij zich bevond en
wanneer hij leefde. Dat doet mij hetgeen gezegd is door
gaans begrijpen, al kan ik 't daarom nog niet altijd goed
keuren.
Om 'n voorbeeld te geven: in Psalm 137, 't laatste vers,
prijst de dichter den kindermoorder gelukzalig.
Afschuwelijk, nietwaar? Zeker; wie durft zeggen dat die
zaligspreking toch wèl door óns overgenomen mag worden,
daar ze immers in den Bijbel voorkomt, zonder dat ze ver
oordeeld wordt in dien Psalm
Maar wel versta ik dien vloek-kreet, als ik weet dat hij
geperst is van de lippen van een balling, die door een
pralenden overwinnaar wordt bespot„zingt ons een van
de liederen Sions 1" De wraakzucht verteert zijn borst en
die wraakzucht overmeestert hem, die, en dit is vooral
van gewicht, geen lakonieke Hollander is of'n flegmatische
Rus, maar 'n Semiet, met een cholerisch-sanguinisch tem
perament.
Nu versta ik zijn verwensching, al zeg ik dat het niet
geoorloofd is haar over te nemen. Wij weten dat het Gods
wil is dat we zélfs onze vijanden zullen liefhebben. En wij
zeggenlaat het aan Den Rechtvaardige over om recht
te doen 1
Vergeet ook niet dat er in de Gods-openbaring duidelijk
eene opklimming valt op te merken.
Middelpunt der Gods-openbaring, en dus ook der Heilige
Schrift, is Jezus Christus.
Niet één enkel woord, niet ééne gedachte, ingaande tegen
wat Hij leert en doet, kan uit God zijn.
Hij spreekt niet alleen de waarheid, maar is de waarheid.
De Waarheid zélf. In Hem is De Waarheid verschenen.
Het Oude Verbond verplaatst ons in den tijd der morgen
schemering. Het Nieuwe Verbond in dien der middag
klaarheid. Geen wonder, dat zij, die in de schemering
leefden, de dingen niet zóó konden zien, als wij ze zien
die beschenen worden door de heldere stralen van de hoog
aan den hemel staande zon.
Wat nu betreft het geval dat iemand genoodzaakt zou
zijn 'n z.g.n. „nood-leugen" te bezigen, terwijl God hem
daarna Zijne goedkeuring in 't harte geeft, ik acht dit
inderdaad geenszins ónmogelijk. Maar onder ééne voor
waarde, ri.l. deze: dat dan de naam nood-teugen niet deugt.
Prof. Jonker zegt dat 'n geloovige in den Naam des Heeren
met 'n stalen gezicht liegen kan. Maar Z.H.Gel. zegt oók
dat daar geèn gemoeds-vrede op volgt.
Zoo voel ik het ook. We kunnen in omstandigheden ver-
Haarlem, aalsmeer, beverwijk, edam, hillegom
HOOFDDORP, LEIDEN, LISSE, IJMUlDEN, ZANDVOORT.
Bijkantoor ZANDVOORT,
KERKSTRAAT 3.
Deposito,
Rekening-Courant,
Effecten en Coupons,
Prolongatiëii,
Incasso's,
Credietbrieven,
Vreemde Munt,
SAFE-DEPOSIT.