2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 3 Maart 1918
Mededeelingen.
Uit de Gemeente.
Of liever: die overwinningen doen dienst als transparanten,
waardoorheen men te zien krijgt hetgeen niemand zien kan
zonder zalig te worden: Sion's God is de levende God.
Natuurlijk gaat ook de volheid van het Christus-leven
hier beneden geen anderen weg dan den Cnristus-weg, d.i.
den lijdenswegen ondergangen verbrijzeling, in Gethsemané-
angst en Golgotha duisternis. Zóó: tot opstanding en hemel
vaart.
(Uit „De volheid van het Christus
leven", toespraak, gehouden te Nun-
speet op de Zomerconferentie der
N. C. S. V. door Prof. Dr. A. J Th.
Jonker en opgenomen in hetFebr.-No.
van „Eltheto".)
Zandvoort.
Het Kerkorgel is gereed gekomen, zoodat het a.s. Zondag
weer bespeeld kan worden.
Na oplevering van het werk, hebben Kerkvoogden den
heer Frans Hasselaar, organist te Amsterdam, opgedragen
het orgel te onderzoeken. Dit is 1.1. Donderdag geschied.
Na alles grondig te hebben nagezien, heeft de heer Hasselaar
zijn volle tevredenheid betuigd en het werk van K. P. van
Ingen, firma A. M. T. van Ingen, Lombokstraat No. 1 te
Haarlem, zonder voorbehoud goedgekeurd en geprezen.
In de week vóór en na Paschen is er geen gelegenheid
tot Huwelijksinzegening.
Het zal mij aangenaam zijn indien de begrafenissen voortaan
's middags om één uur plaats hebben. Ik begrijp natuurlijk
dat er gevallen zijn waarin dit niet mogelijk is. Als 't nu,
maar in 't vervolg, in den regel, om 1 uur is inplaats van
om 2 uur. Dit komt mij met mijn andere werk beter uit.
Wie er op gesteld is dat' ik 'n woord aan het graf spreek,
verzoek ik met deze wijziging voortaan rekening te houden.
P. M.
Naar aanleiding van hetgeen ik schreef „Voor Moeders",
ontving ik van eene vriendelijke lezeres het volgende
„Mag ik U opmerkzaam maken op een boekje, dat U mis
schien onbekend is en waarvan de titel luidtEerste Licht
stralen, Godsdienstig onderricht aan jonge kinderen", vrij
bewerkt naar 't Engelsch, door Alettta Hoog, voorzien van
een aanbevelend woord van Dr. J. H. Gunning. Voor zeer jonge
kinderen kan men, dunkt mij, geen beter boekje wenschen".
Ik behoef zeker niet te zeggen, dat ik in 't belang van
de zaak zeer dankbaar ben voor deze mededeeling en die
hier gaarne bekend maakt. C. G.
Wie weet mij 't adres te Zandvoort op te geven van
Jobina Adriana Dommisse, gekomen uit Diemen C. G.
Wegens plaatsgebrek moet de Burgerlijke Stand van
Zandvoort en Bloemendaa! één week overstaan.
Bloemendaal.
„Aanpakken". Op a.s. Zondagmorgen zal, naar ik hoop,
op iedere plaats in de kerk een korte circulaire liggen. Zij
vertelt een en ander over het fonds „Aanpakken". Zou ieder
die, overeenkomstig christenplicht, ter kerk komt, die circu
laire willen meenemen, lezen, becritiseeren, en vooral naar
haren inhoud handelen? Dat laatste is noodig. Helaas, bitter
noodig. J- A. v. L.
Zandvoort.
MATTHAUS PASSION-UITVOERING
in de Hervormde Kerk te Zandvoort op
Zondag 17 Maart 1918.
In aansluiting aan hetgeen de Heer H. Meijer heeft mede
gedeeld aangaande de Matthaus Passion gecomponeerd door
Heinrich Schiitz, meen ik dat eenige korte opmerkingen
omtrent inhoud en uitvoering van deze lijdensmuziek den
lezer van dit blad en inzonderheid der Zandvoortsche
Gemeente welkom zal zijn.
Het werk dat door onze Christelijke Zangvereeniging
„Immanuël", in samenwerking met genoemde solisten, ten
gehoore zal worden gebracht, is gegrond op hoofdstuk 26
en 27 van het Evangelie naar de beschrijving van Mattheus.
Met de woorden „Het lijden onzes Heeren Jezus Christus
naar de beschrijving des Heiligen Evangelisten Mattheus"
wordt door het koor het werk ingeleid. Een tenorstem
(Evangelist) draagt in recitatiefvorm (verbalenden zang)
waarbij het streven naar effectbejag streng vermeden is,
om daardoor de aandacht meer op den tekst te vestigen, de
beide hoofdstukken voor.
De personen die in het bijbelverhaal handelend zijn voor
gesteld: zooals de Heere Jezus, de discipelen Petrus en
Judas, twee valsche getuigen, de Hoogepriester, eerste en
tweede maagd, Pilatus en de vrouw van Pilatus, treden
zooals ook bij Bachs Passion, zelfstandig op en spreken de
woorden, die het verhaal hun in den mond legt, zeiven uit.
Het koor vertolkt de uitroepen van Hoogepriester en
Schriftgeleerden„Maar niet op het feest opdat er geen
oproer kome onder het volk", vervolgens van Jezus jongeren,
nu eens heftig bewogen, zooals in het koor „Waartoe dit
verlies, deze zalf had kunnen duur verkocht enz.", en „Heer
ben ik 'tdan- weder in een gedragen en heerlijk van
eenvoud en uitdrukking gezet koortje „Waar wilt gij dat
wij U bereiden het Pascha te eten?''
Verder is het de taak van het koor om de kreten der
krijgslieden en Schriftgeleerden, maar vooral om de harts
tochten der woeste joodsche volksmenigte te schilderen
in de koren „Hij is des doods schuldig", „Profeteer ons
Christus, wie is het die U sloeg", „Barabbas", „Laat Hem
kruisigen", enz.
Terwijl de schrik en de steeds stijgende verwondering
van den Romeinschen hoofdman en van die bij hem waren,
bij het zien van zooveel majesteit, bij zulk lijden en bij de
aardbeving die er geschiedde, wordt weergegeven in het
koor „Waarlijk, deze was Gods Zoon".
Het werk is in twee deelen gesplitst, waarvan het eerste
deel eindigt met de verloochening van Petrus, terwijl het
tweede deel het verhaal van het lijden en den dood omvat.
Met een breed ingezet slotkoor „Eere zij U Christus" en
een smeekend „Kyrie Eleison, Christe Eleison iHeer ontferm
U onzer, Christus ontferm U onzer) aan het slot, eindigt
het tweede deel.
De gemeente spreekt haar medeleven uit met het lijden,
door het zingen van koralen (gezangen) die met den klassieken
stijl van het werk overeenkomen, en in het tekstboekje zullen
worden opgenomen.
N. KERKHOVEN,
Directeur van „Immanuël".
KLAAS LOOS.
Zijn Vrouw en Dochter hebben hun Man en Vader 1.1. Woensdag
met blijdschap grafwaarts gebracht.
Voor die blijdschap bestond meer dan één reden.
Ruim 6 jaren heeft zijn zwaar lijden geduurd. Wat er ai dien tijd
is geleden en gestreden, weet de buitenwereld niet. Maar Moeder en
Dochter hebben het mêe-doorgemaakt. Is 't wonder dat er een ge
voel van groote verademing over hen kwam, toen de dood intrad en
't afgemartelde lichaam van den uitgeteerden lijder roerloos lag uit
gestrekt op zijn leger
Intusschen, de blijdschap .der achterblijvenden was niet enkel ont
kennend van aard „nu lijdt hij niet meer" maar tevens bevestigend
„nu is hij bij God". En dit geloof grondt zich niet op vage vermoe
dens en goedhartige verwachtingen. Het is ten volle verzekerd. Als het
leven Christus is, dan kan het sterven niet gewin zijn, maar dan is
het sterven gewin En dit mag van dezen stillen in den lande gezegd
wordendat hij zijn ziel had overgegeven aan den Heer, die in ge
zonde dagen zijn eenige troost was en gedurende zijn krankheid zijn
volkomen toeverlaat. In de kennis van Hem onderwees hij zijn kind.
van haar vroege jeugd af, aan de hand van de H. Schrift, die hij
biddend las en onderzocht.