Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen No. 44 ZONDAG 10 Maart 1918 6de Jaargang. Predikbeurten. De heerlijkheid die verdwijnt. DE ZONDAGSBODE VOOR VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS: Per Jaargang voor Zandvoort en Bloemendaal f 1.50 elders (franco) 2.50 Afzonderlijke nummers0.05 R. E D A O T I E G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort Jhr. Dr. M. F. VAN LENNEP - Aerdenhout J. A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal Mej. Dr. C. GERL1NGS - Zandvoort Adres voor de Administratie: P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27 PRIJS DER ADVERTENTIËN 1—5 regelsf 0.55 Elke regel meer0.10 Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35 Elke regel meer0.06 Bij abonnement extra korting Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Ned. Herv. Gem. Zondag 10 Maart 1918. Zandvoort: v.m. 101/<uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES. 'sav. ó1/» uur: GEEN DIENST. Bloemendaal: v.m. 10 uur /r. 'S av. 6V2 uur: <Geen ontvangen.) En de heerlijkheid des Heeren rees op van het midden der stad en stond op den berg die tegen het oosten der stad is. Ezechiël 11 23. Den profeet Ezechiël worden wonderbare visioenen ge toond. Hij wordt, daar hij in Babel bij de gevankelijk weggevoerden vertoeft, in den geest naar Jeruzalem ver plaatst en in den tempel overgebracht, waar hij allerlei gruwelen zietmannen, tot de oudsten van Israël behoo- rende, die in dien tempel des Heeren afgoderij bedrijven en den afgodsbeelden wierook toezwaaien, en vrouwen die op een andere plaats mede den afgoden eer bewijzen. Geen wonder, dat hij daarna aanschouwt hoe de heerlijkheid des Heeren, die bij de inwijding van den tempel door Salomo het huis vervuld had, uit den tempel, uit het binnenste heiligdom zich verwijdert en eerst naar het voorhof en later naar het midden der stad zich heen begeeft om ein delijk, als én voorhof én stad ook door afgoderij volkomen besmet blijken te zijn uit het midden der stad op te trek ken en zich terug te trekken naar den berg die tegen het oosten der stad is. De Heer kan met zijn heerlijkheid niet wonen in een stad en in een tempel die door afgoderij bezoedeld zijn. En als de heerlijkheid der Heeren verdwenen is, is dat tegelijk een profetie van het oordeel dat onherroepelijk over stad en tempel komen moet en ook onder den koning Zedekia gekomen is, toen én stad én tempel door de leger scharen van Nebukadnezar, den koning fran Babel, verwoest en verbrand zijn. Waar de heerlijkheid der Heoren verdwijnt, verdwijnt het licht en de zegen en komt de duisternis en het oordeel. Laat ons dit op ons zeiven toepassen. Ons hart is een heiligdom en moet een tempel des Heeren zijn, waarin Hij met zijn heerlijkheid woont. Er zijn, helaas, harten, niet slechts in de heidenlanden maar ook onder de christelijke volken, die nooit iets van die heerlijkheid hebben bespeurd en er evenmin naar hebben verlangd, daar zij altijd ver vuld waren met zonde en ijdelheid en wereldzin over de zulken heb ik het nu niet. Ik spreek over die harten die iets gesmaakt hebben van des Heeren genade, van zijn tegenwoordigheid, van zijn gemeenschap, van zijn vrede, waarin de heerlijkheid Gods, de Heilige Geest heeft kunnen wonen, als in zijn tempel. En nu kan het gebeuren, dat zulk een hart gaat afwijken van den levenden God, gaat verachteren in genade, gaat verflauwen in gebed en in waakzaamheid, een zonde, een verborgen zonde gaat huis vesten. En wat is dan het gevolg? Dat de heerlijkheid Gods uit dat hart gaat verdwijnen, dat de Heilige Geest zich bedroefd terugtrekt, dat de glans, de vrede, de blijmoedig heid, de kracht, de zegen weg zijn. En zulk een hart is rijp voor de oordeelen, de kastijdingen Gods. Hebben wij ons hart met den tempel vergeleken, ons huis, ons leven is met de stad te vergelijken. Ook daar zien wij hetzelfde. Wanneer het hart van de heerlijkheid Gods vervuld is, wordt ook onze geheele persoonlijkheid, ons huis, ons leven daarvan doordrongen en wij zijn ge zegend en worden ten zegenmaar wanneer de heerlijkheid des Heeren uit het hart verdwenen is, gaat natuurlijk ook de geheele persoonlijkheid tanen en wordt ons huis en ons leven donker. En de kracht en de zegen verdwijnen. Helaas, dat ik geen zeldzame gevallen beschrijf, maar alledaagsche, al zijn zij er niet minder droevig om. Wij hebben ze allen wel menigwerf in ons leven gekend, die harten en levens, waarin eerst de heerlijkheid des Heeren woonde, maar waaruit die heerlijkheid langzamerhand ver dwenen is, om plaats te maken voor onverschilligheid of wereldsgezindheid of zondelust of vijandschap. En altijd was het niet des Heeren, maar eigen schuld. En hebben wij datzelfde droevige niet wel eens in ons eigen leven waargenomen, in meer of minder erge mate? Is er dan niets aan te doen Wanneer de heerlijkheid des Heeren verdwijnt, verdwijnt zij dan voor goed, en kan zij nooit wederkeeren Gode zij dank, neen Wanneer God zijn oordeelen zendt, dan is het opdat zijn kinderen zich zouden bekeeren en met berouw hun zonden belijden. En doen zij dat, dan is Hij zeer ontfermende en vergeeft menig- vuldiglijk en de heerlijkheid en de vrede, de blijdschap en de zegen keeren weder. Stad en tempel van Jeruzalem zijn er het bewijs van. Na de ballingschap kwam het volk, van afgoderij genezen, in Jeruzalem terug en de tweede tempel heeft geen afgoden meer gekend, dan die door vreemden, door heidensche Syriërs er in werden gebracht. En nooit heeft een tempel grooter heerlijkheid gezien dan de derde, die van Herodes, toen Jezus daarin wandeide en leerde. Maar helaas, Hem, den Zoon Gods en des menschen wilden de Joden niet erkennen en zij wierpen Hem uit buiten de stad en krui sigden Hem en met Hem verliet ook wederom de heer- W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145. Depót van de STOOMVERVERIJ en CHEMISCHE WASSCHERIJ J. LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem Telef. 1561 en 771 Stoomt eo verft alle soorten Dames- en Heeren-Garderobe ving en onberispeljjit ttf Speciale inrichting voor het stoomen van Dekens, Bedden en Matrassen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zondagsbode voor Zandvoort en Aerdenhout | 1918 | | pagina 1