2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 10 Maart 1918
Voor eiken dag.
ZENDING.
niét dezelfde is. terwijl Gezang 260 gezongen wordt op 'n
veranderde wijze van Gezang 32, zooals trouwens ook in
onze kerboekjes is aangegeven.
Dus nóg eensmen zinge thuis, zoo mogelijk bij 'n orgel,
de te zingen verzen van te voren eenige malen door.
Aan de uitvoering der Matthaus-Passion is, dat begrijpt
ieder, heel wat arbeid vooraf gegaan. Maar er zijn óók
groote onkosten aan verbonden.
Toch heffen we geen entree en stellen we de tekstboekjes
gratis beschikbaar.
Maaraan de deuren wordt, 's morgens én 's avonds,
gecollecteerd tot bestrijding der uitgaven.
Laag geschat, bedragen die f 200.—.
Moge 't nu blijken dat de gegoeden, door milde giften
bij de extra-collecte, toonen al de moeite en inspanning
die besteed is aan deze uitvoering, op hóógen prijs te stellen.
Er komen natuurlijk ook vélen die niets of maar heel weinig
kunnen geven. Ais de met aardsche middelen rijker geze-
genden dan maar metéén voor hun onvermogende broeders
en zusters geven.
In de concertzaal betaalt men hooge prijzen voor 'n plaats
bij de Matthaus-Passion.
In onze kerk wordt dit kunstgenot „om niet" aangeboden.
Maar die al hun tijd en kracht geven voor dit goede doel,
mogen toch niet met 'n nadeelig saldo blijven zitten en onze
kerk moet bovendien 'n flink bedrag innen ter vergoeding
méde van de verwarming en de verlichting van het gebouw
en het extra-werk van den Koster.
De eigen plaatsen worden 's morgens én 's avonds gere
serveerd.
Evenwelmen mag niet laat komen. Want dan worden
ook die plaatsen bezet.
De kerkklok luidt, naar gewoonte, 's morgens én 's avonds
een half uur én een kwartier vóór de kerk begint, dus
's morgens om kwart vóór 10 én om 10 uur en 's avonds
om 7 uur én om kwart over 7.
Want de morgen-dienst begint om IOV4 en de avond
dienst om 7V2 uur.
Dringend wordt den eigenaars van zitplaatsen verzocht
's morgens om 10 uur en 's avonds om 7V< aanwezig te
zijn op hun plaats.
Wie later komt, loopt kans dat hij zijn plaats bezet vindt.
De Koster heeft orders om gehuurde zitplaatsen, waarvan
de eigenaars dien 17den Maart 10 minuten vóór den aanvang
van de diensten niet present zijn, aan anderen ter beschikking
te stellen.
Kinderen onder de 15 jaar worden, tenzij ze onder be
hoorlijk geleide komen, niet toegelaten. P. M.
Namen der gedoopte kinderen op Zondag 3 Maart 1918.
Catharina, dochter van Martinus Loos en Cornelia Visser.
Sijtje, dochter van Maarten Keur en Dirkje Keur.
Engel, zoon van Evert Bol en Jobje Keus.
Engel, zoon van E, van Koningsbrugge en A. de Mes.
Maandverslag Wijkverpleging.
In Februari werden 17 patiënten verpleegd, die te zamen
322 keer hulp ontvingen. Veertien hunner behoorden tot de
Ned. Herv. Kerk en drie tot de R. C. Kerk. Naar Haarlem
werden 2 patiënten vervoerd in 5 plotseling voorkomende
gevallen werd hulp gegeven, terwijl 19 baby's werden gewogen.
Zuster D. Bronders.
O GodGij zijt steeds even rijk.
Alle eeuwen door U zelf gelijk,
Ik bouw op U alleen.
Geeft Gij mij kracht en rust en raad,
'k Heb dan een schat, die nooit vergaat.
Hans Sachs.
Dit is de kracht van 't waar geloof,
Dat, zelf als alles schijnt verloren,
Voor wanhoop en vertwijf'ling doof,
Het nog des hemels licht ziet gloren
't ls van Gods almacht wél bewust,
Die 't al volbrengt, als 't was beschoren,
E11 is gerust.
Nicolaas Beets.
Vrees voor straf vormt den slaaf, die de zweepslagen ducht
Hoop op loon vormt den knecht, die slechts arbeidt om vrucht;
Maar de liefde, die God boven- alles bemint,
Zij vernieuwt en herschept u en maakt u Zijn Kind.
Van der Pot.
Wat leed of ramp u treffen moog',
Sla 't oog
Tot God omhoog
En vouw de handen samen
Kniel biddend en vertrouwend nêer
En zeg: „Uw wil geschiede, o Heer!"
En de Englen zeggen 't „Amen".
J. Chr. Gewin.
Ik vrees niet voor den dood,
Ik zie mij daaglijks sterven
Maar 'k mag ook iedren dag
Een beter leven erven.
Scheffler.
Laat het kostelijkst van al
U niet roekeloos ontslippen,
Dat 's de tijd, die snel gaat glippen
Zonder dat hij keeren zal.
Och, hoe dun is het getal
Dat zijn uren weet bij stippen,
Eer de dood den draad komt knippen
Van hun leven onverwacht,
Meest verloren, minst geacht.
Vondel.
Door eendracht en door teederheid
Wordt 't leven zoet, al 't leed ten spijt.
Gellert.
DE ISLAM.
V.
De Islam is voor Europa een nationaal vraagstuk en een zware
verantwoordelijkheid geworden. Hij gaat eiken britschen onderdaan,
eiken inwoner van Nederland, Frankrijk, Rusland of Italië aan. Onder
de banen van de „Union Jack", de engelsche vlag, zijn vijf millioen
meer mohammedanen dan christenen. Koning George, die zich evenals
zijn voorgangers, „Defender of the faith", „Verdediger van het geloof"
noemt, heeft vijf en negentig millioen muzelmannen als onderdanen
en die voegen bij hun geloofsbelijdenis in één God de formule:
„Muhammadu Rasulu Allah", „Mohammed is de profeet van God".
Het kleine Nederland heeft vijf en dertig millioen mohammedaansche
onderdanen. Frankrijk heeft er twintig millioen, Rusland een even
groot getal; Italië anderhalf millioen in Tripoli-
Zelfs die Europeanen, die niet in Christus gelooven, en evenmin
de weldaden van het christendom willen erkennen, zullen toch moeten
toegeven dat de regeeringen dier europeesche landen die mohamme
danen onder hun onderdanen tellen, verantwoordelijk zijn voor de
economische ontwikkeling, het sociale welzijn, de verstandelijke ver
lichting en zedelijke verheffing van die millioenen muzelmannen die
aan hun zorgen zijn toevertrouwd en nooit in de gelegenheid zijn
geweest dat alles mede te maken wat hun europeesche broeders en
zusters genoten. In Egypte bij voorbeeid, waar van de duizend
mohammedaansche vrouwen, slechts drie kunnen lezen, is daar
Engeland niet voor God verantwoordelijk voor de opvoeding van de
egyptische vrouw
De veelwijverij vermindert bij de muzelmannen, om verschillende
oorzaken; in Turkije doet daaromtrent de westersche invloed zich
gelden; in andere landen is het de gewoonte dat men aan iedere
vrouw een afzonderlijk huis en een afzonderlijken bediendenstoet geeft;
slechts rijken kunnen zich die weelde veroorloven.
Maar overal is de veelwijverij toch nog geoorloofd. Mohammed
heeft het getal der wettige vrouwen voor den geloovige op vier
gesteld, maar het aantal bijvrouwen onbepaald gelaten Na den dood
van zijn eerste vrouw, met wie hij gedurende twaalf jaren gelukkig