Zandvoort, Aerdenhout, Bloemendaal en Overveen
No. 46
ZONDAG 17 Maart 1918
6de Jaargang.
Predikbeurten.
Zijt dan mede-arbeiders Gods.
Voor eiken dag.
DE ZONDAGSBODE
VOOR
VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS-
Per Jaargang voor Zandvoort en
Bloemendaal 1.50
elders (franco) 2.50
Afzonderlijke nummers0.05
REDACTIE
G POSTHUMUS MEYJES - Zandvoort
Jhr Dr. M. F. VAN LENNEP - Aerdenhout
J. A. VAN LEEUWEN - Bloemendaal
Mej. Dr. C. GERLINGS - Zandvoort
Adres voor de Administratie:
P. SAAF - Zandvoort - Telefoon No. 27
PRIJS DER ADVERTENTIËN
1—5 regelsƒ0.55
Elke regel meer0 10
Dienstaanbiedingen, 1—5 regels 0.35
Elke regel meer0.06
Bij abonnement extra korting
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Ned. Herv. Gem. Zondag 17 Maart 1918.
Zandvoort: v.m. lO'^uur: Ds. G. POSTHUMUS MEYJES.
's av. 77, uurDs. G. POSTHUMUS MEYJES.
Opvoering van Heinrich Schütz' Matthaus-Passion.
's morgens het Ie gedeelte, 's avonds het 2e gedeelte
Na afloop aan de deurenextra-collecte ter bestrijding
der aanzienlijke onkosten.
Zie voorts onder „Mededeelingen".
Bloemendaal: v.m. 10 uur Ds. J. A. VAN LEEUWEN.
Ie liturgie.
's av. 6V2 uur De Heer K. KOOPMAN.
In onzen tijd zien wij een sterk individualisme zich open
baren, ook op godsdienstig gebied. De enkeling tracht God
te dienen volgens de inspraken van zijn hart en bekom
mert zich daarbij weinig of niet, hoe zijn omgeving over
deze dingen oordeelt. Er is in 't godsdienstig leven veel
meer zelfstandigheid te speuren dan een tiental jaren ge
leden. Men wenscht geestelijk zijn eigen weg te gaap, waar
die weg dan ook uitkome men gevoelt een sterken drang
naar waarheid en verbreekt nu de banden van conventie
en sleur. Uit dit verschijnsel is ook te verklaren de grootere
vatbaarheid voor religie, die we bij de. niet-kerkelijke men-
schen vaak aantreffen. De kerk is hun anti-pathiek, maar
niet de godsdienst. In de kerk zien zij slechts het ver
steende, het starre, in het waarlijk dienen van God het
groote, het heerlijke, dat ook hun leven omzet tot glans
volle schoonheid. En deze schoonheid zoeken zij met heel
hun ziel. Zij voelen de leegte van een bestaan, waarin God
niet het einddoel aller streven is. Het vlakke en laag-
vloersche van een leven, dat geen cog heeft voor de groote
onzienlijke wereld, bevredigt hun niet, omdat hun hart
verkilt, wanneer het geen aanraking heeft met God, de
Levensbron aller dingen.
En nu gaan deze menschen zoeken geestelijk voedsel,
liefst overal, mits niet in de kerk. Zij hebben zooveel ake
lige herinneringen aan de kerken, dat zij hun antipathie
niet meer op zij kunnen zetten en met de kerk als zoo
danig afgerekend hebben. Met geen stokken krijgt men hen
er meer naar toe, tenzij er een buitengewone aanleiding
toe is, waardoor iedere mensch wel eens zijn principes
voor een oogenblik op zijde zet en uit zijn eigen gemaakt
harnas uitspringt. Dat zijn dan nog de eenige kansen, die
overblijven om dezulken iets te laten gevoelen van de
kracht van het gemeenteleven, zooals het zich in de kerken
kan openbaren.
De kracht van het gemeenteleven, wat is dat
„Waar twee of drie in Mijn naam vereenigd zijn, ben Ik
in hun midden", zegt Christus. Er zijn geestelijke krachten,
die den enkeling niet kunnen deelachtig worden dan in de
gemeenschap. Vandaar ook het merkwaardige verschijnsel,
dat alle réveils zich baan breken door den enkeling in de
gemeenschap, en pas in de gemeenschap tot hunne volle
ontplooiing komen. Er is een wisselwerking tusschen individu
en gemeenschap. Een goed mensch maakt de gemeenschap
beter en een goede gemeenschap kweekt goede leden.
Daarom is het zoo van belang, dat ons gemeenteleven op
peil zij. Een buitenstaander moet hier iets gevoelen van de
liefde van Christus, die ons dringt, moet iets zien van de
geestelijke schatten, die aan ons zijn toevertrouwd.
Een bloeiend gemeenteleven kan zijn uitwerking naar
buiten niet missen. De vruchten van dezen boom moeten
zichtbaar worden en begeerlijk voor hen, die ze ontberen.
Maar hoe krijgen wij een bloeiend gemeenteleven
Doordat alle leden zich inspannen mede-arbeiders Gods
te worden. Ieder heeft hier een taak en een roeping en
moet steenen aanbrengen aan het groote Godsgebouw.
Steenen van toewijding en liefde, van krachten en gaven.
Wanneer wij God liefhebben met ons gansche hart en onzen
naaste als ons zelf, dan moet hiervan toch iets gezien
worden in het gemeenteleven. Onze tijd heeft noodig een
opwaken van dit besef, waardoor talrijke geestelijke krach
ten, die nu nog sluimeren, openbaar zullen worden en ons
geestelijk leven een ander aanzien zullen geven. Nu is er
verkilling en verstarring, maar er moet komen warmte en
vernieuwde Godsgemeenschap.
Wie wil dit helpen bevorderen C. G.
De oogen zijn slechts de vensters alles hangt er van af
wie door die vensters kijkt. Carlyle.
De zonde behoort niet tot uw eigene, van God gescha
pene, wezenlijke natuur. God heeft u naar Zijn beeld ge
schapen en al wat zondig is in u, dat is verloochening van
uw eigenlijke, niet Hem verwante natuur. Prof. Gunning.
Zulk een liefde is geen natuurlijke kunst, noch in onzen
tuin gewassen, maar een gave des Heiligen Geestes, waar
door een mensch liefde voor leed kan geven, en alle boos
heid en slechtheid met alle goeds vergelden, zonder af te
laten. Luther.
W. GERTENBACH - Van Ostadestraat 13 - Telef. 145.
Depót van de STOOMVERVER1J en CHEMISCHE WASSCHERIJ
J. LOTTGERING, Groote Houtstraat 5a, Haarlem Telef. 1561 en 771
Stoomt en verft alle soorten Dames- en Heeren-Garderobe ving en onberispelijk
we- Speciale inrichting voor het stoomen van Dekens, Redden en Matrassen.