Lerensmiddelenbedrjjf
ADRESBOEK VOOR ZANDVOORT
ZENDING.-
ilC zon&er bons
prima harde Huishoudzeep
W WEBER.
P. SAAF te Zandvoort
Zoo ook in 't geestelijke. God geeft alles wat tot den wasdom
noodig is. Wij hebben niets te doen dan zijn gaven aan te nemen
en te verwerken.
„Werkt uw eigen zaligheid uit, want het is God die in u werkt!"
Uitwerken wat Hij in-werkte, dat isopwassen.
En dus is onze taak hoofdzakelijkpassief. Ons léten zegenen met
alle geestelijke zegeningen in Christus.
En wat ons actieve aandeel betreft, dit is vooral negatief: alles
vermijden wat den groei belemmeren kan.
'n Paar wenken kunnen de bedoeling hiervan verduidelijken.
Vliedt, ontvliedt alles wat de reinheid der ziel in gevaar brengt.
Weest voorzichtig met uw lectuur en de keuze dergenen met wie
gij omgaat. En bezwaar uw ziel niet met de bekommering om
aardsche dingen. Opgroeien isten hemel varen.
Voorts: laat God uw leven maken en uw lot regelen.
Hij bouwt op door af te breken, vervult door te ontledigen. Doet
alles winnen, door u eerst alles te laten verliezen.
En danveracht de middelen niet. God werkt middellijk. Hij geeft
den wasdom niet, als de landman niet zaait en ploegt en plant.
Leest den Bijbel en bezoekt geregeld de samenkomsten der ge
meente waar de Schrift wordt verklaard. Het geloof is uit het gehoor.
Verzuimt het gebed niet. Uw ziel kan niet groeien dan alleen in
't milde klimaat der gemeenschap met God.
Kom trouw ten Avondmaal. Zonder vergiffenis kwijnt het hart. En
aan 't Avondmaal wordt juist de vergeving van zonden verkondigd.
Eindelijk: forceer uw groei niet! Broeikas-christendom is geen
gezond christendom.
Ten laatstevergeet niet dat de hoogte van uw groei evenredig
moet zijn aan de diepte van uw groei. De hooge boom moet diep
geworteld zijn, zal hij de stormen kunnen trotseeren.
Zal 'n mensch kunnen staan in het geloof en, alles verricht heb
bende, staande blijven, dan moet hij diep ingroeien en voortdurend
dieper ingroeien in den ootmoed van het zondaarshart.
Met 't gemeenschappelijk zingen van Gezang 205 vs. 3 en de
zegenbede van Num. 6 vs. 24-26 werd de dienst besloten. P. M.
Vruchten van het Christendom.
De Zendeling Fred. Paton, zoon van den edelen John Paton, die
het eerst het evangelie aan de woeste bewoners der Nieuw-Hebriden
in de Stille Zuidzee bracht, en die thans het werk van zijn vader
aldaar voortzet, verhaalde onlangs het volgende
Eenigen tijd geleden kwamen bewoners van Ambrin zich te Mele-
kula de plaats waar Paton arbeidt vestigen, na de aardbeving
die hun eiland gedeeltelijk verwoest hadsommigen zijn.hier gebleven,
anderen zijn naar hun vroegere woonplaats teruggekeerd.
Een halve eeuw geleden zouden, wanneer bij vulkanische uitbar
stingen of aardbevingen de bewoners van een eiland op een ander
eiland toevlucht zochten, de ongelukkigen hoogstwaarschijnlijk ter
stond gedood en opgegeten zijn. Hoe anders was het nu! Onze
menschen hebben de vluchtelingen op echt christelijke wijze gevoed,
hebben hun grond gegeven om te bebouwen en hebben zelfs rijst
voor hen gekocht, ofschoon zij zeiven door de langdurige droogte
maar heel weinig hadden,
Sedert den oorlog is de coprah de gedroogde kern der cocos-
noten het voornaamste artikel van uitvoer van deze eilanden, zeer
in prijs gedaald, zoodat de inboorlingen het heel moeilijk hebben,
hetgeen de waarde van de gastvrijheid door hen betoond, buiten
gewoon verhoogt.
Het bloed der martelaren.
Veertien jaar geleden werden de oude zendeling James Chalmers
en zijn jongere ambtgenoot Oliver Tompkins door wilden op de
Nieuw-Hebriden gedood en opgegeten Hun lot deelde ook een in-
landsch christen, Nagari genaamd en eenige jongelieden, die hen
vergezelden. Den vorigen avond hadden de wilden hun gezegd
„Morgen, wanneer de zon zal opgegaan zijn, zullen de blanken en
hun vrienden sterven".
van de
Firma Wed. J. GERBER Zn.
Kerkstraat 18 - Telefoon 16
ZANDVOORT
Verkrijgbaar
DIACONIEHUISSTRAAT 36 - TELEFOON 217
ZANDVOORT
Lood en Zinkwerker.
Aanleg van Gas- en Waterleiding.
Eenige weken later schreef een oude christen van het eiland Raro-
tonga den volgenden brief aan zijn zendeling„Dit is mijn wensch.
Het is een zeer ernstig verlangen. Ik zou zoo gaarne het overschot
mijner krachten wijden aan de plaats, waar de zendelingen Chalmers
en Tompkins gedood zijn. In dat dorp zou ik willen leven. Op de
plek waar zij vermoord zijn, zou ik aan de lieden den naam van
Jezus willen leeren en wat Hij voor hen volbracht heeft, opdat ook
zij kinderen van Jezus zouden worden. Ziedaar mijn wensch. Gij
kent hem nu. Ik heb gezegd".
De jonge christen-meisjes van Samoa, die met evangelisten huwen,
welke naar Nieuw-Guinea worden uitgezonden, beschouwen haar
arbeid onder de Papoeas als een roeping. Met ware geestdrift vangen
zij haar werk aldaar aan en meer dan eene, die weduwe werd, bleef
eenzaam op haar zendingspost arbeiden, in plaats van naar haar gezin
en haar vaderland terug te keeren.
Zoo wordt nog eens weder de oude spreuk bewaarheid, dat het
bloed der martelaren het zaad der kerk is.
Ware heldenmoed.
Rakeri was een christin van de gemeente te Nyogere in Oeganda
(Midden-Afrika) bij het groote Victoria-Nyanzameer. Toen zij vernomen
had, dat de doodelijke slaapziekte epidemisch uitgebroken was op
een der eilanden van het meer en dat de lieden daar in grooten getale
stierven, zonder dat iemand hun de blijde boodschap des heils bracht,
werd zij daarover zoozeer met medelijden bewogen, dat zij zich aan
bood om daar te gaan evangeliseeren. Men waarschuwde haar voor
het gevaar dat zij liepimmers zij waagde haar leven, want indien
ook haar de ziekte aangreep, was haar dood zeker. Niets echter kon
haar van haar voornemen afbrengen. „Dat alles weet ik", zeide zij,
„maar die menschen sterven zonder ooit van Christus gehoord te
hebben. Ik ken mijn Heiland en heb Hem lief; ik moet gaan en hun
van Hem spreken".
Zij vertrok en toen zij later voor korten tijd terugkwam, verhaalde
zij met groote blijdschap, hoe zij eenige ongelukkige lijders vóór hun
dood aan de voeten van den Heiland had mogen brengen. Daarna
keerde zij naar haar eenzamen zendingspost terug. Eenige maanden
gingen voorbij en toen kwam de tijding, dat zij krank was. Men
haalde haar naar huis en bracht haar naar het ziekenhuis te Mengo,
waar de geneesheer, na haar onderzocht te hebben, de krankheid
als slaapziekte herkende.
Nog enkele maanden leefde zij in het hospitaal, van trouwe zorg
omringd, en zoolang zij zich nog bewegen kon, was zij een troostende
engel voor de kranke vrouwen. Zij ging van bed tot bed, hier lezende,
daar biddende, de smarten zooveel mogelijk verlichtende en steeds
er op uit de zieken door haar woorden vol van liefde en vermaning
tot den Heiland te brengen. En zij wist dat zij zelve onherroepelijk
veroordeeld was. Maar zij wilde werken zoolang het dag was.
„Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven
zette voor zijn vrienden".
M. F. v. L.
(Naar de „Missionary Review of the World").
ADVERTENTIE N.
Bij den Uitgever
verschijnt het nieuwe tot op heden bijgewerkte
met lijst der namen van Villa's en plattegrond. Prijs f 0.75
De gelegenheid tot het plaatsen van Annon
ces is nog t ij d e 1 ij k opengesteld.
„V I L L A B O U W ZANDVOORT"
Inlichtingen te verkrijgen bijH. E. BODDÉ, BREDERODESTRAAT.