2e Blad van „De Zondagsbode" van Zondag 7 April 1918
gemeente wel niet van heel nabij", kwalificeert het Schotensch orakel
den maatregel eerst als „een zeer gevaarlijke proef" en twee alinea's
verder spreekt hij zelfs van „een proef o.i. dubbel gevaarlijk". Inplaats
van ook maar eenige ruimte te laten aan de mogelijkheid dat de
Kerkeraad-zelf de zaak ernstig overwogen heeft en maar één ding
op 't oog hadhet waarachtig belang der Zandvoortsche gemeente,
waarin eigenaardige toestanden voorkomen, waarvan een buitenstaan
der zelfs geen flauw benul heeft, zit me die „vreemdeling in Jeru
zalem" den Zandvoortschen Kerkeraad te bedillen op een toon als
was hij aangesteld tot Superintendent.
Ds. Blauw heeft groot respect voor de Kerkelijke Reglementen.
Maar dan moest hij toch ook weten dat Art. 14 van het Syn. Regl. voor
de Kerkeraden aan den plaatselijken Kerkeraad bepaaldelijk opdraagt
„getal, tijd en plaats" van de openbare godsdienstoefeningen te regelen.
Dus ook den tijd daarvan. Er staat in dit artikel niet „den dominé van
Schoten gehoord". Waar ontleent die man dan toch zijn bevoegdheid
aan ons te schoolmeesteren 't Was immers bovendien maar een
„proef", waarvan 't al spoedig zou kunnen blijken of ze doeltreffend
zou wezen. En tot die „proef" werd niet besloten dan na eerst van-
alles-en-nog-wat beproefd te hebben om de belangstelling voor de
godsdienstoefeningen te vermeerderen.
Voor Ds. Blauw schijnt Petrus' raad „wees niet als een die zich
met eens anderen doen bemoeit* (1 Petrus 4:15) niet geschreven te
staan. Maar was het bovendien, als hij nu toch zijn neus in andermans
zaken steken wilde, noodig dit op zulk een laatdunkende wijze te
doen en zoo bot-weg een motie van wantrouwen jegens den Zand
voortschen Kerkeraad in te dienen
De genomen proef is niet geslaagd. De Kerkeraad heeft het be
sluit dus ingetrokken en bepaald dat er 's morgens en's avonds
zou worden dienst gehouden.
Als de kippen is de Schotensche kritikaster er weer bij dit den
volke kond te doen in de „Nederlandsche Kerkbode" van 21 Decem
ber 1917. Geen woord van waardeering voegt hij er bij dat de Ker
keraad althans getoond heeft niets te willen nalaten wat deze dienstig
acht in 't belang der Evangelieprediking. Ook geen woord van deel
neming omdat de goedbedoelde poging faalde. Niets dan het consta-
teeren van het feit dat de proef mislukt is. Schaden-freude, meer
niet. Ook niet minder. Genoegelijk grinneken„hebben wij het niet
voorspeld?" (Ds. B. schrijft altijd in den „pluralis majestatis*wij
en ons).
De Zandvoortsche Kerkeraad moet in 't publiek een gek figuur
slaan en Ds. Blauw zet zijn gezicht tot dien breeden grijns-lach,
waaraan hij uit duizenden te herkennen is, glorieerend in zijn gaven
van ongeluks-profeet.
intusschen zit deze „wachter op Sion's muren" trouw zee-waarts
te spieden, om alarm te kunnen blazen, zoodra hij meent dat de Zand
voortsche Kerkeraad weer de een of andere „stoutigheid" uithaalt.
Zóó druk heeft de Schotensche predikant het zelfs tegen Paschen
niet, of hij vindt nog den tijd hetgeen „verschillende bladen mede-
deelen" ijverig na te speuren om te zien of hij den Zandvoortschen
Kerkeraad (die den heelen Schotenschen dominé niet eens kent, laat
staan ooit een stroospier in den weg legde), niet nog eens in een
hatelijk daglicht kan stellen.
Aan 's mans grijns-lach is te zien dat hij zich verkneukelt, nu hij
weer wat gevonden heeft waarop hij afgeven kan.
Ziehier een stukje van hem uit de „Nederlandsche Kerkbode" van
Vrijdag 29 Maart, overgenomen in het Handelsblad van 1.1. Zondag
morgen en in de „Nieuwe Rott. Ct." van Woensdagochtend:
„De Zandvoortsche Kerkeraad houdt - naar verschillende bladen
„mededeelen wel van nieuwigheden, die blijkbaar bedoeld zijn om
„de belangstelling in het kerkelijke- en godsdientige leven te ver
meerderen, maar die, naar wij vreezen, juist het tegenovergestelde
„zullen bewerken.
„Zoo werd er eenigen tijd geleden door hem besloten des Zondags
„de eene week 's morgens, de andere week 's avonds kerk te houden.
„Daarna werden de diensten weer anders geregeld en werd de leiding
„van de eene dienst opgedragen aan den predikant en die van de
„tweede aan de godsdienstonderwijzeres Mejuffrouw Dr. C. Gerlings.
„En nu is er Zondag 17 dezer in het geheel geen gewone gods
dienstoefening, maar inplaats daarvan èn des morgens èn des avonds
„een uitvoering van de Matthaus-Passion, waarvoor van Haarlem
„extra trams gereden hebben, die per advertentie, waarschijnlijk door
„den Kerkeraad zelf geplaatst, werden aangekondigd.
„Wij betwijfelen zeer of met deze nieuwigheden het doel bereikt
„zal worden, dat er mee wordt beoogd. Wij betwijfelen ook of zij
„verdedigbaar zijn tegenover onze kerkelijke reglementen. En wij be
treuren het zeer, dat een Kerkeraad, nog wel van een gemeente
„waar het kerkelijke en godsdienstige leven zeer te lijden heeft door
„de weinige beoefening der Zondagsrust, in een tijd waarin de verschil
lende vakvereenigingen zoo zeer voor Zondagsrust ijveren, het rijden
„van extra trams in de hand werkt.
„Een poging van den Zandvoortschen Kerkeraad voor vermindering
„van treinenloop ware ons aangenamer geweest en lag o.i. ook meer
„op zijn weg".
S. B.
Ook in dit artikel komt weer de belachelijke voornaam-doenerij
van den schrijver uit. „Naar wij vreezen". „Wij betwijfelen zeer*.
„Wij betwijfelen ook". „Wij betreuren het zeer*. ..Ware ons aange
namer geweest". Aan besef van eigen-waarde ontbreekt het hem
stellig nietl
Wat erger is dan deze naïeve zelfverheerlijking, is het opzettelijk
valsche getuigenis geven dat hij doet. Ds. B. weet dat er een Zon
dagsbode voor Zandvoort c. a. bestaat. In No. 12 van de „Nederland
sche Kerkbode noemt hij dat Blad en neemt er een bericht uit over.
Wat was nu natuurlijker en eerlijker geweest, dan dien Zandvoort
schen Zondagsbode eens na te slaan op het onderwerp dat hij nu
ter sprake wilde brengen In verschillende nummers van die courant
is lang en breed over de op te voeren „Matthaus-Passion" geschre
ven. Niemand, die niet opzettelijk kwaad denkt, heeft uit al die arti
kelen iets anders kunnen afleiden dan dat de opvoering van Schütz'
Matthaus-Passion dienstbaar zou gemaakt worden aan de Evangelie
verkondiging. Ds. Blauw rept niet van den Zandvoortschen Zondagsbode
en al het daarin over deze zaak geschrevene, maar raadpleegt alleen
hetgeen „verschillende bladen mededeelen" om dan de inrichting van
beide godsdienstoefeningen kleinzielig te betitelen als behoorende tot
de „nieuwigheden* waarvan „de Zandvoortsche Kerkeraad wel houdt",
terwijl hij er de schampere opmerking aan toevoegt dat deze nieuwig
heden „blijkbaar" bedoeld zijn om belangstelling in het kerkelijke-
en godsdienstige leven te vermeerderen.
„Blijkbaar". Daar is die grijns-lach weer, die, om in B.'s stijl te
spreken, „naar het ons voorkomt" en „onzes inziens", beter past bij
een duivelen-tronie dan bij eens menschen aangezicht, vooral als dat
het aangezicht van een Evangelie-dienaar is.
Vóór B. zijn zure kritiek uitbrengt op iets waarvan hij niets zag
of hoorde en dat hij alleen uit „verschillende bladen" opdiepte, ter
wijl hij met voorbedachten rade verzwijgt hetgeen De Zondagsbode
meedeelde, het éénige blad dat hier de oorspronkelijke berichten had,
moet de Kerkeraad nog even een veeg uit de pan hebben. Wat 'n
wispelturige menschen zitten daar toch in Ze besluiten, na rijp be
raad, tot een proef. Als deze niet slaagt, zetten ze haar, zooals ze
dadelijk afspraken, niet voort. Neen maar, wat is Zandvoort toch
misdeeld! En dan besluiten ze om 's morgens én 's avonds dienst
te houden, terwijl de predikant den eersten en de door den Kerkeraad
aangestelde godsdienstonderwijzeres den tweeden dienst leiden zal.
't Is gewoonweg verschrikkelijk, al die „nieuwigheden*
Maar 't ergste komt nog. Daar gaan ze in Zandvoort de Matthaus-
Passion uitvoeren! Alleen omdat de Kerkeraad van „nieuwigheden"
houdt. Een hooger en heiliger motief zit er natuurlijk niet achter.
Help! help! schreeuwt de Superintendent „made-in-Schoten". En hij
richt zijn oogen naar den kant van Haarlem, in de hoop dat men
daar althans reageeren zal op zijn ophitsend „Wij betwijfelen ook of
zij (deze nieuwigheden) verdedigbaar zijn tegenover onze kerkelijke
reglementen". Er is Zondag 17 Maart „in het geheel geen gewone
godsdienstoefening geweest" in Zandvoort, „maar inplaats daarvan
èn des morgens èn des avonds' (dus tweemaal op één dag 'n Belials-
stuk„een uitvoering van de Matthaus-Passion". Nu hangt het na
tuurlijk af van de vraag wat iemand onder een „gewone godsdienst
oefening" verstaat. Een liturgische dienst is geen „gewone" dienst.
Maar dat bedoelt B. „blijkbaar" niet. Hij doet 't voorkomen als was
de Evangelie-verkondiging door mij dien ochtend en avond niet ge
houden. Als dat het geval was geweest, zou ik dat nóg niet zoo ten
hemel schreiend hebben gevonden. Een gemeente wordt eerder dood
gepreekt dan dood gezongen (de Schotensche gemeente, waar „wij"
altijd preeken, natuurlijk uitgezonderd
Maar het is het geval niet geweest. Ook de dienst des Woords
heeft in beide beurten zijn vólle recht gehad. Zelfs heeft het niet
ontbroken aan getuigen die hebben verklaard dat de muziek prachtig
en verheffend was en dat ze nog nooit zóó goed het lijdens-evangelie
hebben begrepen, maar dat de prediking nog het treffendst was van
alles. (B. dwingt me dit getuigenis hier neer te schrijven, hoezeer
ik 't, om begrijpelijke redenen, liever verzwegen had, gelijk ik dan
ook .deed in mijn artikel over beide godsdienstoefeningen, waarin ik
over het door mij gesprokene niet heb gerept, terwijl ik alleen den
tekst noemde).
Maar Blauw laat het zelfs niet bij de insinuatie dat de Kerkeraad
weer eens bot heeft gevierd aan zijn lust in „nieuwigheden".
Hij doopt nóg eens zijn pen in 't vergift en lastert dan dat de
Kerkeraad extra-trams heeft laten rijden terwille zijner „nieuwig
heden".
De waarheid is dat de E.S.M. op mijn verzoek één extra-dienst
heeft laten rijden, terwille van de kerkgangers uit Aerdenhout en
belangstellenden uit Haarlem die met den gewonen dienst
te laat in de kerk zouden gekomen zijn. Is 't niet een vuile verdacht
making 't zóó voor te stellen: dat de Kerkeraad, verzot op „nieuwig
heden", aan dien lust zelfs de Zondagsrust van het tram-personeel
opoffert
Eén extra-tram heeft er gereden. Terwille van het Evangelie, dominé
BlauwEr rijden 's Zondags in 't seizoen tallooze extra-trams ter
wille van de wereld. Was dat zóó goddeloos, dat ik ont 1 extra-
dienst vroeg, teneinde gemeenteleden, die in Bentveld en Aerdenhout
wonen, en Haarlemsche kerkgangers in de gelegengeid te stellen
tijdig aanwezig te zijn in ons Bedehuis om daar den Man van
Smarten zich als voor de oogen geschilderd te zien
Er is over de Matthaus-Passion uitvoering maar één roep bij de
groote schare die 's morgens en 's avonds was opgekomen.
Eén roep over den genoten zegen.
Deze „proef" is althans uitnemend geslaagd. Inplaats van zich